Eindejaarsbericht - belastingwijzigingen 2023

Op de derde dinsdag van september heeft het kabinet het belastingplan voor 2023 ingediend. Inmiddels zijn er enkele zaken gewijzigd, maar de algemene teneur is en blijft dat ondernemers in de BV en (vastgoed)beleggers zwaarder belast zullen gaan worden. 

 

Hieronder treft u de voor ondernemers belangrijkste en meest opvallende maatregelen en wijzigingen aan. 

 

Maatregelen en wijzigingen voor ondernemers

 

Ondernemersvrijstelling BPM voor bestelauto's afgeschaft
Per 1 januari 2025 wordt de bpm-vrijstelling voor een bestelauto van de ondernemer (ondernemersvrijstelling) afgeschaft. Dit betekent dat de ondernemer straks, bij aanschaf van een bestelauto op benzine, diesel of gas, bpm verschuldigd is. De hoogte van de bpm wordt afhankelijk van de CO2-uitstoot.

 

Motorrijtuigenbelasting voor bestelauto's van ondernemers
Per 1 januari 2025 zou het tarief van de motorrijtuigenbelasting voor bestelauto's van ondernemers omhoog gaan met 15 procent. In 2026 zou het verder worden verhoogd met 6,96 procent.

Goed nieuws echter voor ondernemers met bestelauto’s: in de 5e nota van wijziging Belastingplan 2023 zijn deze mrb-tariefsverhogingen voor bestelauto’s van ondernemers voor 2025 en 2026 geschrapt.

 

Zelfstandigenaftrek afgebouwd
Per 1 januari 2023 wordt de zelfstandigenaftrek verlaagd van € 6.310 naar € 5.030. Het plan is om de zelfstandigenaftrek sneller af te bouwen dan eerder de bedoeling was. Zo wordt de zelfstandigenaftrek uiteindelijk verlaagd naar € 900 in 2027.

 

Opbouw oudedagreserve (FOR) stopgezet
Per 1 januari 2023 is het voor ondernemers niet meer mogelijk om een deel van de winst aan de oudedagsreserve (FOR) toe te voegen. De opgebouwde oudedagsreserve tot en met 31 december 2022 kan volgens de huidige regels worden afgewikkeld.

 

Overdrachtsbelasting verhoogd voor niet-woningen
Per 1 januari 2023 wordt het tarief voor de overdrachtsbelasting voor kopers die de woning niet als hoofdverblijf gaan bewonen (denk aan vakantiewoningen en bedrijfspanden) verhoogd van 8 procent naar 10,4 procent. 'Starters' onder de 35 jaar hoeven geen overdrachtsbelasting te betalen bij aankoop van een eigen woning tot en met € 400.000. Voor kopers vanaf 35 jaar die de woning zelf als hoofdverblijf gaan bewonen, blijft het tarief 2 procent.

 

Eerste tariefschijf vennootschapsbelasting verlaagd
Per 1 januari 2023 wordt de schijfgrens in de vennootschapsbelasting verlaagd van € 395.000 naar € 200.000. Daarnaast wordt het lage tarief van 15 procent verhoogd naar 19 procent.

 

Maatregelen en wijzigingen voor werkgevers

 

WKR verhoogd
Per 1 januari 2023 wordt de vrije ruimte in de werkkostenregeling verhoogd van 1,70 procent naar 1,92 procent over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Over het meerdere bedraagt de vrije ruimte 1,18 procent.

 

Wijziging maximumpremieloon 2023
Werkgevers met werknemers die meer dan € 60.000 op jaarbasis aan salaris ontvangen zullen in 2023 aanzienlijk hogere lasten hebben. Dit komt door de forse stijging van het maximumpremieloon. Dit maximum is in 2022 nog € 59.706, maar stijgt naar € 66.952 in 2023. Deze stijging komt door de verhoging van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2023 met 10,15%. Hierdoor betaalt u als werkgever mogelijk tot circa € 1.500 extra premie per jaar voor elke werknemer die meer verdient dan het huidige maximumpremieloon.

 

AoF-premie verlaagd
Per 1 januari 2023 worden de loonkosten voor bedrijven verlaagd door de AoF-premie voor kleine werkgevers te verlagen. De exacte verlaging is nog niet bekend. De AoF-premie is een premie die werkgevers aan de Belastingdienst betalen ten behoeve van het Arbeidsongeschiktheidsfonds.

 

Belastingvrije kilometervergoeding omhoog naar € 0,21 per kilometer
Per januari 2023 wordt de belastingvrije kilometervergoeding voor reiskosten tijdens het werk en voor woon-werkverkeer verhoogd van € 0,19 per kilometer naar € 0,21 per kilometer. Per 1 januari 2024 zal de belastingvrije kilometervergoeding verder verhoogd worden naar € 0,22 per kilometer.

 

Bijtelling elektrische auto aangepast
Per 1 januari 2023 geldt een bijtelling bij volledig elektrische auto's van 16 procent tot een cataloguswaarde van € 30.000 (2022: € 35.000). Voor het meerdere geldt het bijtellingspercentage van 22 procent. In 2024 zal de bijtelling 17 procent bedragen tot een cataloguswaarde van € 30.000 en 22 procent over het meerdere.
Vanaf 2026 worden elektrische auto's gelijk behandeld als normale auto's (bijtellingspercentage van 22 procent). Tot 2025 geldt nog wel een subsidieregeling voor de aankoop van nieuwe of gebruikte elektrische auto's. In 2023 bedraagt de subsidie € 2.950 bij een nieuwe elektrische auto en € 2.000 voor een gebruikte elektrische auto.

 

30-procentregeling beperkt
De 30-procentregeling geldt voor werknemers uit het buitenland die in Nederland komen werken. Deze kunnen maximaal 30 procent van hun belastbare loon onbelast vergoed krijgen met de 30-procentregeling. Per 1 januari 2023 kan de 30-procentregeling nog alleen worden toegepast tot maximaal de Balkenendenorm. Voor 2022 is dat een bedrag van € 216.000 op jaarbasis (30 procent hiervan is maximaal € 64.800 onbelast vergoed).
Voor werknemers waarbij de 30-procentregeling over het laatste loontijdvak van 2022 al is toegepast, zal de beperking van de 30-procentregeling pas vanaf 1 januari 2026 worden toegepast.

 

Maatregelen voor aanmerkelijkbelanghouders (DGA’s)

 

Twee belastingschijven ingevoerd in box 2
Per 1 januari 2024 worden twee schijven geïntroduceerd in box 2. Het inkomen uit aanmerkelijk belang tot € 67.000 wordt belast in box 2 tegen een belastingtarief van 24,5 procent. Voor zover de inkomsten uit aanmerkelijk belang meer bedragen dan € 67.000, vindt heffing plaats tegen een tarief van 31 procent. Ter vergelijking, tot 2022 was er een vlak tarief van 26,9%.

 

Geen lager salaris meer voor de aanmerkelijkbelanghouder
De aanmerkelijkbelanghouder kon op basis van de doelmatigheidsmarge zijn loon verminderen door aansluiting te zoeken bij 75 procent van het loon van een werknemer in de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Per 1 januari 2023 wordt de doelmatigheidsmarge afgeschaft.
Bij de aanmerkelijkbelanghouder voor wie bij het berekenen van het gebruikelijk loon gebruik wordt gemaakt van de doelmatigheidsmarge, dient per 1 januari dus ook een hoger gebruikelijk loon te worden gehanteerd.

 

Maatregelen en wijzigingen voor ondernemer in privé en particulieren

 

De inkomensafhankelijke combinatiekorting afgeschaft
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK ) wordt vanaf 1 januari 2025 afgeschaft, behalve voor ouders met één of meer kinderen geboren vóór 1 januari 2025. Deze ouders blijven recht hebben op IACK tot het jongste kind 12 jaar oud is. Zij moeten wel aan alle voorwaarden voor de combinatiekorting blijven voldoen. Dit kan gaan om een substantieel bedrag op jaarbasis tot bijna € 2.700
Compensatie van deze afschaffing zal worden gevonden in verhoging van het zgn. kind gebonden budget (een toeslag). Echter bij de hogere inkomens is hier meestal geen recht op.

 

Middeling in de inkomstenbelasting komt te vervallen
Per 1 januari 2023 komt de middelingsregeling in de inkomstenbelasting te vervallen. Middeling kan nog worden toegepast bij sterk wisselende inkomsten over het laatste tijdvak 2022-2024.

 

Overbruggingswet voor Box 3
Per 1 januari 2026 wordt het nieuwe box 3 stelsel geïntroduceerd, waarin het werkelijke rendement op vermogen wordt belast. Voor de periode 2023 tot en met 2025 gaat voor box 3 de Overbruggingswet box 3 gelden. Hierbij wordt uitgegaan van de werkelijke verdeling van spaargeld, bezittingen en schulden.
In combinatie met de verhoging van het tarief (zie volgende item) betekent dit dat vooral mensen met beleggingen in aandelen en vastgoed zwaarder belast zullen gaan worden dan nu het geval is. Voor belastingplichtigen met verhuurde woningen geldt bovendien dat de zgn. “leegwaarderatio” naar verwachting zal worden versoberd. Dit betekent dat de waarde die in box 3 moet worden opgegeven, hoger zal uitvallen met meer belastingheffing tot gevolg.

 

Box 3 tarief verhoogd
Het box 3 tarief wordt met 1 procent per jaar verhoogd naar 34 procent in 2025. Voor 2023 wordt het tarief dus 32 procent.

 

Schenkvrijstelling eigen woning verlaagd voor schenkbelasting
Per 1 januari 2023 wordt de schenkingsvrijstelling voor eigen woningen verlaagd van € 106.671 tot € 28.947. De vrijstelling zal per 1 januari 2024 helemaal worden afgeschaft.

 

 

(bronnen: NBA.nl en Wolters Kluwer Fiscaal Advies)